De werkzaamheden vinden gespreid over de hele maand mei plaats. Om de grasmat op de dijken in goede staat te houden, maaien we de dijken regelmatig.
Zo ontstaat een goed doorwortelde grasmat, die de dijk stevig houdt bij hoogwater. Ook bevorderen we hiermee de biodiversiteit op de dijk.
Daarna zijn er nog maairondes in de zomer en in het najaar. Bij het maaien van dijken houdt het waterschap rekening met (beschermde) planten en dieren.
Het waterschap is alert op nesten van vogels of andere dieren. Daarom controleert het waterschap de dijken, voordat de maaiwerkzaamheden starten. Een gevonden nest of een beschermde plant wordt afgebakend, zodat deze niet beschadigd kunnen raken bij het maaien.
Om biodiversiteit te bevorderen maait het waterschap de dijken zoveel mogelijk in delen. Afhankelijk van hoe de dijk begroeid is en van lokale omstandigheden, wordt het onderste dijkdeel eerst gemaaid. In een latere maaironde volgt het bovenste deel.